Sociale en Veilige Sportomgeving Beleid

Versie maart 2020

Inleiding

Pegasus streeft naar een Sociaal en Veilige Sportomgeving. Hierbinnen is respect voor elkaar en is geen ruimte voor ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord. Om binnen de vereniging een Sociale en Veilige Sportomgeving te helpen realiseren is  beleid opgesteld en goedgekeurd door de Algemene Leden Vergadering. Ieder lid, begeleider en betrokkene bij Pegasus kan kennisnemen van dit beleid en hiernaar handelen.

 

  1. Vertrouwenscontactpersoon

    1. De vereniging kent twee vertrouwenscontactpersonen (VCP), zowel een man als een vrouw. De VCP heeft geen zitting in het bestuur of commissies, is geen trainer van minderjarige leden en is meerderjarig. Wanneer de VCP een klacht ontvangt wordt het VCP-protocol gevolgd.
    2. De taken en benodigde vaardigheden en kennis van de VCP staan beschreven in het functieprofiel.
    3. De VCP wordt door de Algemene Leden Vergadering benoemd.
  2. Trainers, coaches en begeleiders

    1. Iedere trainer, coach en/of begeleider van teams met leden jonger dan 18 jaar op 1 oktober van het desbetreffende seizoen dient een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen. Expliciet wordt benoemd dat zonder VOG geen training verzorgd mag worden. De secretaris fungeert als contactpersoon betreffende de VOG-aanvraag.
    2. Bij het aanstellen van trainers en/of coaches kan vooraf door de secretaris het registratiesysteem Seksuele Intimidatie geraadpleegd. De Secretaris kan een bindend advies geven voor de aanstelling van de trainer/ coach.
    3. Ieder trainer, coach en/of begeleider en ieder lid is bekend met de ‘gedragsregels begeleider in de sport’. Het bestuur verwijst naar deze gedragsregels bij de aanstelling van een trainer, coach en/of begeleider en stelt deze gedragsregels beschikbaar via de website. Tevens is er een poster in de hal beschikbaar waar voor alle leden de omgangsregels staan beschreven.
  3. Preventie

    1. Het bestuur van Pegasus evalueert naar bevinden dit beleid en doet zo nodig voorstellen tot aanpassing aan de Algemene Leden Vergadering. Het bestuur volgt hierin de richtlijnen zoals die vanuit het NOC – NSF gehanteerd worden.
    2. Het bestuur draagt er zorg voor dat er minimaal één keer per twee jaar een risicoanalyse wordt uitgevoerd. Deze Analyse wordt uitgevoerd door een door het bestuur aan te wijzen lid. Het bestuur verplicht zich de uitkomsten van deze risico-inventarisatie op te pakken en af te handelen. Een samenvatting van de risico-inventarisatie wordt tijdens de eerstvolgende Algemene Leden Vergadering met de leden gedeeld.
    3. Nieuwe leden en ouders van jeugdleden worden tijdens een informatieavond ingelicht over het veiligheidsbeleid van de club. Ze worden daarbij op de hoogte gesteld van de gedragsregels voor trainers, en de omgangsregels binnen de club. Deze actie keert jaarlijks terug.