Scheidsrechters

Scheidsrechtersindeling

De indeling voor scheidsrechters staat op indelingen.pegasusvolleybal.com.

Voor overige informatie, nuttige downloads en links, zie ook de pagina van de arbitragecommissie.

Spelregelwijzigingen seizoen 2018/2019
Kijk voor de laatste wijzigingen en uitleg met betrekking tot de spelregels op:
www.nevobo.nl/wedstrijdsport/regelgeving/spelregels

 

 

Voor de wedstrijd

  • De aanvoerder van het uitspelend team heeft de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft de aanvoerder van het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.
  • Tijdens het inspelen aan het net mogen de inspeelshirts aanblijven.

Randgebeuren 

Alle regeltjes rondom het veld vormen misschien wel de grootste ergernis van coaches (en spelers). Daarom wordt op dit gebied ook e.e.a. aangepast.

  • Dat de waterflesjes op of achter de bank neergezet moeten worden, is afgeschaft. Wel zal de scheidsrechter steeds in het oog houden wat in het kader van de veiligheid van spelers wel of niet toegestaan is.
  • Mini’s betrekken bij het eerste team is van grote promotionele waarde. In de huidige regels mocht er maar één mini bij het team aanwezig zijn (op de bank en serveren). Vanaf komend seizoen mogen dit twee mini’s zijn.
  • De coach, assistenten en verzorgers hebben geen vaste plaatsen meer op de bank. Ze mogen overal zitten en zelfs staan. Voor de bank, in de warming-up ruimte van de wisselspelers, et cetera. Wel blijft gelden dat alleen de coach langs het veld mag lopen.
  • Ook wisselspelers hoeven niet meer op de bank te zitten; zij mogen ook voor de bank staan.

Arbitrage

  • Alleen als er een 2e scheidsrechter bij de wedstrijd aanwezig is, is de coach verplicht opstellingsbriefjes te gebruiken.
  • Vanaf de 1e klasse en lager is de scheidsrechter niet meer verplicht om na elke rally alle tekens te geven:  het speelveld aanwijzen van het team dat de volgende service uitvoert is voldoende. Aanvoerders mogen vragen om uitleg, waarna het teken (als uitleg) alsnog kan worden gegeven.

Service + schermen

  • Op lagere niveaus is er regelmatig spraken van net iets te weinig ruimte achter het speelveld. Was de ruimte minder dan twee meter, dan moest een hulplijn in het veld worden geplakt. Nu hoeft dat niet meer: je mag met één voet in het veld serveren. Ook bij een sprongservice mag de afzetvoet dus in het veld worden gezet.
  • Schermen bij de service is een grote ergernis en wordt veelal gezien als onsportief gedrag. Vanaf komend seizoen mag de serveerder dan ook niet meer met opzet aan het zicht van de passers onttrokken worden. Spelers van het serverende team moeten tenminste een armlengte van elkaar af staan en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’-ruimte van de voorspelers gaan staan. De balbaan is niet meer van belang bij het beoordelen van het scherm.

Voetfouten

  • Het raken van het veld van de tegenstander in een actie met de bal wordt komend seizoen afgefloten. Dat geldt niet alleen voor de voet, maar voor alle lichaamsdelen. Daarentegen is het niet fout om het veld van de tegenstander te raken als er geen bal bij betrokken is en het niet hinderlijk is voor de tegenstander. De beoordeling of de bal erbij betrokken is, wordt gelijk gesteld aan de beoordeling van netfouten; ook het aanraken van het net wordt alleen afgefloten in een actie waarbij de bal betrokken is.
  • Het raken van de middenlijn is wel toegestaan.

Bal terughalen uit de vrije zone

  • Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact  geweest is. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander (buiten de antennes om) is dus niet meer toegestaan. Uitzondering: in de Topdivisie geldt deze nieuwe regel niet. Daar mag deze bal dus nog teruggehaald worden uit de vrije zone. Dit omdat er bij de wedstrijden in de Topdivisie altijd boarding en daardoor voldoende vrije ruimte is.

Wedstrijdonderbrekingen

  • Een time-out (TO) duurt maximaal 30 seconden. Dit betekent dat wanneer het aanvragende team én de officials binnen deze halve minuut weer klaar zijn om verder te spelen, de wedstrijd wordt vervolgd.
  • Tijdens de TO mag het hele veld gebruikt worden: teams hoeven dus niet meer in het geheel buiten het veld te staan. Wisselspelers mogen ook in het veld warm lopen, maar het gebruik van een bal tijdens de TO is (nog steeds) niet toegestaan. Uiteraard moet wel worden gezorgd dat er geen natte plekken door de drinkflesjes achterblijven op het veld.
  • Na het laatste fluitsignaal van een set hoeven teams niet meer via de achterlijn naar de andere speelhelft lopen. Wel dienen zij om de netpaal heen lopen; onder het net doorlopen is niet toegestaan.
  • Tijdens de pauze tussen de sets mogen de wisselspelers inspelen in het veld, mits dit niet hinderlijk is voor de moppers en/of het entertainment.
  • De pauze tussen sets duurt maximaal drie minuten. Direct daarna staan beide teams én officials weer klaar voor het vervolg van de wedstrijd.

Wissels

  • Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set.
  • Een wisselspeler mag meerdere keren (maximaal drie keer) gewisseld worden voor een veldspeler. De veldspeler moet wel weer terugkeren in het veld voor de wisselspeler die hem vervangen heeft.Voorbeeld: wisselspeler nummer 3 gaat het veld in voor nummer 5. Nummer 5 kan alleen terug gewisseld worden voor nummer 3. Wisselspeler 3 mag vervolgens (na tenminste één voltooide rally) weer voor een andere of dezelfde veldspeler gewisseld worden. Ook mag één van de andere wisselspelers voor nummer 5 ingebracht worden.
  • Uitzondering: Voor de A-, B- en C-jeugdklassen gaat deze regel niet gelden. Daarvoor blijft de huidige wisselregel van toepassing. De reden hiervoor is dat het veel voorkomt dat er een aantal goede serveerders is, waardoor de wedstrijd minder leuk zou kunnen worden. De Hoofd- en Topklassen in de jeugd spelen wél met de nieuwe regels omtrent het wisselen.

Libero

  • De wisselzone van de libero wordt vrijgegeven, daarvoor mag nu de gehele achterlijn en zijlijn gebruikt worden. Voorwaarde is wel dat de scheidsrechters en teller(s) de wissel goed kunnen zien.
  • Een libero mag uitsluitend veldspeler worden (en een ander shirt aantrekken) als het team onvolledig verklaard zou worden door blessure(s). Voorbeeld: een team start met zes spelers en één libero. Eén van de veldspelers raakt geblesseerd en kan niet verder spelen. Op dat moment mag de libero veldspeler worden, zodat er met zes spelers doorgespeeld kan worden.
  • Niet echt een wijziging van de (spel)regels, maar wel een verduidelijking: Een aanvaller mag een bal die door de libero vanuit de voorzone bovenhands is gespeeld niet aanvallen als de bal in zijn geheel nog boven de netrand is. De vraag in deze situatie is altijd: wat telt als bovenhandse bal? De onderstaande voorbeelden worden niet beoordeeld als bovenhandse bal.
Technieken Libero

 

Doordraaien C-jeugd

Het is ons niet helemaal duidelijk of deze regel terug is van weggeweest of dat ie al jaren geldt, maar voor de zekerheid noemen we ‘m toch even: In de 1e en 2e klasse van de C-jeugdcompetitie wordt er doorgedraaid zodra een speler drie keer achter elkaar geserveerd heeft. Voor meer informatie over jeugdwedstrijden, zie de richtlijn jeugdcompetitie en de aanvullende spelregels jeugdcompetitie.